Spelregels badminton
Spelregels badminton C 800
Uitgebreide versie enkel voor de geïnteresseerden
Waarom zijn er spelregels?
– Fairplay: iedereen speelt volgens dezelfde regels
– Oplossen van meningsverschillen. Je hebt de kennis om op terug te vallen bij discussie
– Kennis creëert zelfvertrouwen
Spelregels: ik vernoem hier enkel de spelregels uit de C 800 die relevant zijn voor recreatieve spelers die slechts 1 game spelen en met plastic shuttles.
1. Baan en materiaal
– De hoogte van het net aan de palen is 1m55
– De hoogte van het net in het midden is 1m524.
In het midden dient het net dus 2,6 cm lager te hangen!
-Er mag geen ruimte zijn tussen het net aan de zijkant en de palen, indien nodig het net over de volledige breedte aan de palen binden.
2. De toss
– De toss gebeurt bij recreanten met de shuttle. De winnaar van de toss heeft 3 mogelijkheden:
1) Eerst serveren
2) Eerst ontvangen
3) De kant van de baan kiezen
-De verliezer van de toss maakt de overblijvende keuze
3. De telling
– Er wordt normaal gespeeld voor het beste resultaat over 3 games. In onze club spraken we af te spelen voor het beste resultaat over 1 game.
– Een game wordt gewonnen door de partij die eerst 21 punten scoort (met 2 punten verschil)
– Stand 20 beiden: de partij die het eerst 2 punten voorsprong heeft, wint.
– Stand 29 beiden: de partij die het 30ste punt scoort, wint de game.
Ter info voor wie naar 3 games speelt: wie het eerst 2 games wint, wint de match. De winnaar van een game serveert als eerste in een volgende game. Na het eerste game wordt er gewisseld van speelhelft en in een eventueel 3de game ook, zodra een partij 11 bereikt. Niet gewisseld op 11 in een derde game? Alsnog wisselen wanneer de vergissing opgemerkt wordt en waarbij de shuttle op dat moment niet in het spel is. De bereikte stand blijft gehandhaafd.
4. De service
– Geen van beide partijen mag het slaan van de service onnodig vertragen van zodra de serveerder en de ontvanger klaar zijn voor de service.
– Zowel de ontvanger als de serveerder moeten met enig deel van beide voeten in stilstaande positie contact houden met de vloer vanaf begin van de service (voorwaartse beweging) tot de shuttle geslagen is. Zij mogen niet op een lijn van hun serveer- of ontvangvak staan.
– Zodra de spelers klaar zijn voor de service, zal de eerste voorwaartse beweging van het racketblad van de serveerder het begin van de service zijn.
– Na het beëindigen van de achterwaartse beweging van het racketblad van de serveerder, wordt elke vorm van vertraging bij het begin van de service aanzien als onnodige vertraging.
– De beweging van het racket van de serveerder is ononderbroken voorwaarts vanaf het begin van de service totdat de service is geslagen.
– Het racketblad en de steel van de racket van de serveerder wijzen naar beneden op het moment dat de shuttle geraakt wordt.
– De shuttle bevindt zich geheel onder het middel van de serveerder op het moment dat de shuttle geraakt wordt door het racket van de serveerder. (internationaal is de max serveerhoogte 1m15)
– Het racket raakt eerst de dop van de shuttle.
– De shuttle wordt in een opwaartse vlucht geslagen.
– De serveerder mag in een poging om te serveren de shuttle niet missen.
– De serveerder mag niet serverenvoordat de ontvanger klaar is. Deze laatste wordt echter verondersteld klaar te zijn geweest, indien hij geprobeerd heeft de service terug te slaan.
– Bij het dubbelspel mogen de partners van de serveerder en ontvanger gaan staan waar zij willen, zolang zij het zicht van de serveerder en ontvanger niet belemmeren.
5. Opstellingsvergissingen
Bij een opstellingsvergissing:
– heeft een speler voor zijn beurt geserveerd
– heeft een speler vanuit het verkeerde vak geserveerd of ontvangen
Indien een opstellingsvergissing wordt opgemerkt:
– de vergissing wordt gecorrigeerd
– de bereikte stand wordt behouden
6. Fouten
Fouten bij de service:
-foute service: veren raken racketblad ipv dop, service gemist, service hoger dan middel, voet gesleept/ bewogen vd vloer, voet op lijn van serveer- of ontvangvak.
Na de service:
– de shuttle blijft steken op het net
– de shuttle blijft steken in het net, na er te zijn overgegaan
– de shuttle wordt teruggeslagen door de partner van de ontvanger
Tijdens de rally als de shuttle:
– buiten de lijnen van het speelveld valt
– door het net gaat
– onder het net door gaat
– niet over het net gaat (tussen de palen)
– plafond of muren raakt (of eventuele basketbalringen, best deze verwijderen indien mogelijk)
– door een gebinte gaat en daardoor een fractie onzichtbaar is (zie ook artikel 128 b van de C100 op Badminton Vlaanderen)
– het lichaam of de kleren of het haar van een speler raakt
– iets of iemand buiten de baan raakt
– teruggeslagen wordt vooraleer de shuttle over het net gegaan is
– wordt opgevangen en vastgehouden op het racketblad en daarna teruggeslingerd bij het uitvoeren van een slag.
– tweemaal achtereenvolgens door dezelfde speler wordt geslagen, tenzij de shuttle in 1 slag het racketblad en de snaren raakt.
– achtereenvolgens door een speler en diens partner wordt geslagen
– geraakt wordt door het racket van een speler en vervolgens niet verder vliegt in de richting van het speelveld van de tegenstander
Het is een fout wanneer de shuttle in het spel is en een speler:
– het net of de palen raakt met zijn racket, lichaam of kledij
– met zijn racket of lichaam over het net binnen het veld van zijn tegenstander komt, behalve wanneer een speler die de shuttle op eigen veld raakt, de shuttle over het net volgt tijdens het uitvoeren van zijn slag.
– zijn tegenstander hindert bij het maken van een correcte slag waarbij de shuttle over het net wordt gevolgd.
– de tegenstander opzettelijk opzettelijk afleidt door roepen of gebaren
– met zijn racket of lichaam onder het net binnen het speelveld van zijn tegenstander komt waardoor deze wordt gehinderd of afgeleid
7. Letsituaties
– De serveerder serveert vooraleer de ontvanger klaar is. Bij het serveren worden serveerder én ontvanger tegelijk bestraft (enkel als er een umpire en service judge aanwezig is)
– de shuttle boven op het net haakt en blijft hangen of indien er na te zijn overgegaan in het net blijft steken tijdens een rally (bij het serveren is dit een fout en geen let!)
– tijdens het spel spat de shuttle uit mekaar, kelk en dop komen los van elkaar
– er doet zich een onvoorziene of toevallige situatie voor (licht gaat uit door elektriciteitsstoring, etc)
8. De shuttle is niet in het spel
– de shuttle raakt het net of de paal en begint vervolgens naar beneden te vallen aan de zijde van de partij die de shuttle het laatst geslagen heeft
– de shuttle raakt de vloer van het speelveld
– de shuttle raakt het net en blijft daarop steken of wordt er aan vastgehangen
– er wordt een ‘fout’ gemaakt of er doet zich een ‘let’ voor
9. Ononderbroken spel
Intervals:
– het verlaten van de baan is enkel toegestaan bij de intervals van 60 seconden (op 11) of van 120 seconden (bij wisselen speelhelft na een game)
– tijdens een rally om van racket te wisselen als de snaren af zijn of er is een ander probleem met de racket
Spelonderbreking:
– bij kwetsuur van een speler
– heirkracht (elektriciteitspanne, waterinval, kapotte netten, …)
Spelvertraging:
– het spel mag niet vertraagd worden om op krachten te komen of om advies te vragen aan een coach of partner
Aanwijzingen en verlaten van het speelveld
– enkel wanneer een shuttle niet in het spel is, mag een speler tijdens een wedstrijd aanwijzingen ontvangen
– Behalve tijdens de intervals mag een speler het speelveld niet verlaten, zonder toestemming van de umpire
Het is een speler verboden
-opzettelijk een vertraging of spelonderbreking te veroorzaken
– opzettelijk de shuttle te vervormen of te beschadigen om zijn snelheid of vlucht te veranderen
– zich beledigend of ongepast te gedragen tegenover tegenstanders, toeschouwers en officials